- > terug naar de foto's

 

2020. Een tijdperk waarin het lichaam ondanks een radicale maatschappelijke vrijheid nog steeds een lijdend voorwerp is van een ongemeen breed scala aan culturele vooroordelen. Pornificatie, objectivering, #metoo, idealisme, perfectionisme, … Het (naakte) lichaam probeert uit te breken maar wint louter voor de happy few en stapvoets terrein via wellness, natuurstages, tantra-initiaties ... Maar de intieme naaktheid behoort nog steeds volledig tot de privésfeer. 2020. Een jaar ook waarin intimiteit voor velen door een virus verweerde tot huidhonger. Cultiver son propre jardin, il faut le faire.

 

Mijn lichaam was eerder schriel en afwezig in mijn prille jeugd, schaamte voerde de toon. De erotische beeldvorming van de jaren ’80 versus de ijselijke kilte van kerken en colleges hielpen ook niet echt. Een relatie die ik vreemd genoeg pas recent tot op het bot durfde of kon uitvlooien. De koe, de horens, het fototoestel als intermediair om gesprekken op scherp aan te knopen over die lichamelijkheid. Eerst met vrienden, vervolgens met kennissen en uiteindelijk met mensen die ik voordien zelfs nooit ontmoet had. Iedereen worstelt, iedereen heeft schrammen op de huid van zijn intieme geheugen, iedereen hapt naar zuurstof als het gaat over aanraking, het mogen tonen van en jubelen in het eigen lijf. Zo ook ik.

Ruim drie jaar geleden fotografeerde ik voor het eerst een aantal vrienden, naïef en onzeker, maar vooral halsstarrig op zoek naar een diepe intimiteit en verbinding, de verbeelding van een vaag gemis. Het begin van een leerproces waar de onderzoeksvragen zich langs een meanderend pad zouden manifesteren, luidop wel en onmiskenbaar. 

Zenuwachtigheid en schroom waren in het begin vaak demonen en schoeiden me op de leest van een regisseur, niet mijn missie. Maar de warmte, menselijkheid, openheid en durf van tal van mooie mensen voor de lens braken uiteindelijk mijn glazen theater en maakten plaats voor een gelouterde en louter registrerende ik. 

Ik ben geen fotograaf, ik fotografeer. Maar sowieso staat mijn werk in dialoog met de zovele schitterende fotografen die de afgelopen 180 jaar prachtige ‘nude art photography’ op de kaart hebben gezet. Alleen, bij vrijwel alle grote namen is esthetisering het voornaamste doel. Tuurlijk zijn menselijke lichamen een onuitputtelijke bron van schoonheid, sommigen maakten in mijn ogen onevenaarbare kunst. Met niets hiervan kan of wil ik me echter meten. Mijn beelden willen heel dicht op de huid zitten, de krassen en echtheid tonen, zonder enige pretentie. 

Daarom ook het belang dat iedereen die voor de lens plaatsnam zelf de onderwerpen, de lichaamsdelen, kozen. Voor sommigen was dat evident, voor anderen een bijzonder moeilijke en soms ietwat confronterende vraag. Maar altijd was er een heel mooi verhaal dat het onderwerp blootlegde. Ondanks de vraag naar geïsoleerde lichaamsdelen, spraken een aantal mannen en vrouwen de wens uit toch een foto te maken van hun volledige lichaam, omdat de eenheid voor hen primeerde. 

Wat een verhoopte bevrijding kon zijn voor velen, het zich in een veilige context naakt mogen tonen, werd ook mijn deel. Op een intense en voor mij vandaag nog niet onder woorden te brengen manier, connecteerde en resoneerde mijn lichaam met dat van zij die voor me zaten. Rust en een minzame glimlach, openheid van gesprek en zijn, gemaakte afstandelijkheid die vervaagde. 

Mijn ad hoc studiootje in mijn woonkamer (een zwart doek en twee studioflitsers, that’s all) was voldoende voor dit project om bezield te worden. Bezield en bezwangerd door verhalen over ziektes en littekens, trots en tattoos, mishandeling, ongeval, cellulitis, proporties kleiner of groter dan gemiddeld, soms tristesse maar evenzogoed passie en vitale energie.

Naaktfotografie in een expo. Willens nillens is dat ook een antwoord op de toenemende puriteinse houdingen in de wereld. Denk aan het bannen van geslachtsdelen en tepels op facebook en instagram. Met een internet dat bulkt van de porno kan de schijnheiligheid niet groter zijn. De wereld van influencers, schaduwen uit de allegorie van Plato. Ook dat licht schijnt lichtjes door in mijn onderzoeksvragen.

Mannen, vrouwen, jong, oud, vol twijfel of zonder enige schroom. Wat een diepe heerlijkheid gaf elke ontmoeting en elk gesprek - voor of na de sessies - waar ook de mentale barrières smolten en openheid, oprechtheid en radicale eerlijkheid de toon voerden. Hoe anders dan de gesprekken met hartsvrienden en cafématen gedurende al die jaren over dat verwenste en verlangde lichaam. Hoe godverdomds opgesloten zitten we allemaal in onze kerkers van zelfbescherming en zelfbehoud, zwaaiend met dat lamentabele predicaat ‘privé’. Laat staan dat er oprechte intimiteit kan ontstaan als zelfs het gesprek al zo moeizaam en moeilijk blijkt. Een uitnodiging, vanuit het hart en even radicaal.

Bevrijding dus. Als er één thema dé rode draad mag zijn in dit project dan de arbitraire lijn tussen publiek en privaat. Waarom reserveren wij intimiteit, huid, naaktheid en aanraking tot het domein van een (exclusieve) partnerrelatie. In mijn 45 jaar op deze bol ken ik een veelvoud en meerderheid van mensen, vrienden, klanten, leraars, verlegen en extravert, die een liefdevolle en eerlijke intimiteit zochten buiten de eigen deurmat. Minder is niet meer. Meer is niet minder. Het antwoord van staat en kerk, de buurvrouw en god de vader is unisono bekend. Het lichaam behoort nog steeds te voldoen aan de wetten en de moraal. Het lichaam als lijdend voorwerp en dus gedoemd te lijden. 

‘Vraag eens gewoon aan je lichaam wat het zelf wil’, stelde een prachtige ziel voor de lens voor.

Wat met het lichaam dat hongert en dorst naar verkenning, speelsheid, streling, aandacht, graag gevoeld én gezien worden. Sommigen - zowel mannen als vrouwen - die voor de lens stonden, bespraken nadien dat gevoel. Dat er zich de dagen na de sessie een zachte vorm van bevrijding of overwinning manifesteerde vanuit hun lichaam. ‘Een blij lijf’, zei zij. ‘Een stuk noestheid buiten gezet’, zei hij. ‘Er is iets aan het genezen’, zelfs dat. 

Zichzelf in intimiteit mogen en kunnen zijn of hoe de lens een dankbaar excuus bleek voor een project wezenlijker dan de foto’s an sich. 

 

Schoner kan het resultaat van mijn oefening in connectie niet worden, meer kon ik niet verhopen. Behalve dan dat de mensechte huid en bezielde lichamen op de foto’s elke passant diep mogen raken. Dat deze expo aanzet mekaar meer en vooral bewuster aan te raken. De uitnodiging loopt nog steeds.

 

Emanuel Maes

 

Een heel oprechte merci aan iedereen die participeerde op haar of zijn manier, klein of groots, zachtjes ademend, open en bloot, meedenkend en meevoelend. Dat ge allemaal een prachtig lijf hebt. 

Annick, Barbara, Bianca, Cynthia, Deben, Elisabeth, Els, Emmanuel, Evi, Fieke, Gerard, Greet, Gunther, Hadewig, Hannelore, Harmke, Ignace, Jade, Jan, Jan, Jan, Joanna, Joost, Joy, Kaat, Karen, Katia, Katrien, Katty, Laura, Laurence, Liesbeth, Linde, Lucas, Mayke, Melanie, Nick, Niko, Peter, San, Sara, Saskia, Silvia, Sintje, Tanya, Yasodhara

 

- > terug naar de foto's